→ Woorden Van Nederlands Deel 1 → Start Learning / Download MP3 Flashcards

Question		Answer
Het artikel, zij leest een artikel in de krant start learning		تقرأ مقالاً في الصحيفة
dichtmaken, Hij maakt de doos dicht start learning		أغلق، أغلق الصندوق
inloggen, je moet eerst inloggen op de website start learning		تسجيل الدخول، يجب عليك أولاً تسجيل الدخول إلى الموقع الإلكتروني
juist, dat antwoord is juist start learning		صحيح، هذه الإجابة صحيحة
klikken, klik op de knop om verder te gaan start learning		انقر، انقر على الزر للمتابعة
leggen, zij legt het boek op de tafel start learning		ثم وضعت الكتاب على الطاولة
De locatie, de locatie van het restaurant is mooi start learning		موقع المطعم جميل
De maat, welke maat schoenen draag jij? start learning		المقاس، ما هو مقاس حذائك؟
ontvangen: ik heb een brief ontvangen start learning		استلمت: لقد استلمت رسالة
De order: mijn order is gisteren aangekomen start learning		الطلب: وصل طلبي أمس
over... heen: de kat springt over de muur heen start learning		حول: القطة تقفز فوق الجدار
Het pakket: het pakket is vandaag bezorgd start learning		الطرد: تم تسليم الطرد اليوم
plakken: hij plakt de sticker op de doos start learning		يلصق: يلصق الملصق على الصندوق
De reden: wat is de reden van je komst? start learning		السبب: ما هو سبب قدومك؟
retour: ik stuur het pakket retour start learning		الإرجاع: أقوم بإرجاع الطرد
De sok: ik trek mijn sokken aan start learning		الجورب: أرتدي جواربي
De stap: elke stap is belangrijk start learning		الخطوة: كل خطوة مهمة
De stikker: er zit een stikker op de doos start learning		الملصق: يوجد ملصق على العلبة
verkeerd: je hebt het verkeerde adres start learning		خطأ: لديك عنوان خاطئ
vervolgens: we eten en vervolgens gaan we slapen start learning		بعد ذلك: نأكل ثم ننام
Het verzendbewijs: bewaar het verzendbewijs goed start learning		إثبات الشحن: احتفظ بإثبات الشحن في مكان آمن
verzenden: ik wil dit pakket verzenden start learning		الشحن: أريد شحن هذه الطرد
Het wachtwoord: het wachtwoord is te kort start learning		كلمة المرور: كلمة المرور قصيرة جدًا
De webwinkel: ik koop vaak in een webwinkel start learning		المتجر الإلكتروني: أشتري غالبًا من متجر إلكتروني
Het totaal: het totaal is vijftig euro start learning		المجموع: خمسون يورو
Dat: ik denk dat hij komt start learning		أعتقد أنه قادم
Dit: dit boek is interessant start learning		هذا: هذا الكتاب شيق
Het dorp: mijn opa woont in een dorp start learning		القرية: يعيش جدي في قرية
Een: ik heb een kat start learning		أولاً: لدي قطة
gaan: we gaan naar school start learning		الذهاب: نحن ذاهبون إلى المدرسة
Hij: hij werkt hard start learning		هو: يعمل بجد
Ik; ik ben moe start learning		أنا؛ أنا متعب
In: de pen ligt in de tas start learning		في: القلم في الحقيبة
Het jaar: een jaar heeft twaalf maanden start learning		السنة: تتكون السنة من اثني عشر شهراً
Komen: wanneer kom je naar huis? start learning		قادم: متى ستعود إلى المنزل؟
Leren: ik leer Nederlands start learning		التعلم: أتعلم اللغة الهولندية
De maand: welke maand is het nu? start learning		الشهر: ما هو الشهر الآن؟
Naar: we gaan naar het park start learning		إلى: سنذهب إلى الحديقة
Nederland: Nederland is een klein land start learning		هولندا: هولندا بلد صغير
Nederlands: ik spreek een beetje Nederlands start learning		الهولندية: أتحدث القليل من الهولندية
Niet: ik ben niet moe start learning		ملاحظة: أنا لست متعباً
Nu: we eten nu start learning		الآن: نحن نأكل الآن
De school; de kinderen zijn op school start learning		المدرسة؛ الأطفال في المدرسة
De stad; Amsterdam is een grote stad start learning		المدينة؛ أمستردام مدينة كبيرة
Uit; hij komt uit Nederland start learning		من؛ هو من هولندا
Werken: zij werkt in een ziekenhuis start learning		العمل: تعمل في مستشفى
De winkel: de winkel is open start learning		المتجر: المتجر مفتوح
Wonen: wij wonen in Rotterdam start learning		مكان الإقامة: نحن نعيش في روتردام
Het aantal: het aantal studenten is groot start learning		العدد: عدد الطلاب كبير

woorden van Nederlands Deel 1

You must sign in to write a comment

More