6.6 Discussie in de klas

 0    14 flashcards    w464jhbkjf
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
Wydaje mi się...
start learning
Het lijkt me...
Het lijkt me goed om telefoons te verbieden.
Zastanawiam się, czy...
start learning
Ik vraag me af of...
ik vraag me af of dat waar is.
Wątpię, czy...
start learning
Ik twijfel of...
ik twijfel of een verbod nodig is.
mówić/pozwolić mówić
start learning
aan het woord zijn / laten
Aster blijft maar praten en ze laat niemand anders aan het woord.
ciekawe czy / zastanawiac sie
start learning
zich afvragen of
Koen vraagt zich af of hij al naar huis mag.
zrozumienie
start learning
begrip
Ik heb begrip voor de slachtoffers van de inbraak. Ik zou ook boos zijn, als een dief spullen uit mijn huis meenam.
osądzać / oceniać
start learning
beoordelen op
Mijn collega beoordeelt mensen vaak op hun uiterlijk, maar ik probeer naar iemands karakter te kijken.
twierdzić, że
start learning
beweren dat
Sanne beweert dat ze twintig talen spreekt, maar ik geloof haar niet.
argument
start learning
het argument
Ze heeft me overtuigd van haar mening, want ze heeft goede argument.
obrazić
start learning
beledigen
Ik heb Nahom beledigd; ik heb gezegd dat zijn vrouw te dik is.
dyskutować o
start learning
discussiëren over
fakt
start learning
het feit
Er wonen meer dan zeventien miljoen mensen in Nederland. Dat is een feit.
telefon komórkowy
start learning
de mobiel
De batterij van mijn mobiel is leeg, dus ik kan niemand bellen.
prawda
start learning
de waarheid
Bas is een betrouwbaar persoon, hij vertelt altijd de waarheid.

You must sign in to write a comment