6.4 Fietsen

 0    17 flashcards    w464jhbkjf
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
skręcać
start learning
afslaan
Als je bij supermarkt rechts afslaat, kom je in mijn straat.
kierowca
start learning
de bestuurder
De bestuurder van de auto remde te laat en reed tegen een paal.
wyciągnij rękę
start learning
je hand uitsteken
Je moet je hand uitsteken op de fiets voordat je naar links of naar rechts gaat.
skrzyżowanie
start learning
de kruising
Bij deze drukke krusing gebeuren vaak ongelukken.
nagle
start learning
opeens
Ik word opeens duizelig; ik heb te weinig gegeten vanochtend.
Rondo
start learning
de rotonde
Het voordeel van een rotonde is dat je niet hoeft te wachten voor een stoplicht.
wyjątek
start learning
uitgezonderd
Deze bakker is alle dagen geopend, uitgezonderd officiële feestdagen.
asfalt
start learning
het asfalt
Snelwegen worden gemaakt van asfalt.
krzywa
start learning
de bocht
De weg gaat hier met een bocht naar links.
katastrofa
start learning
de botsing
Op dat gevaarlijke kruispunt was een botsing tussen twee auto’s.
wyprzedzać
start learning
inhalen
Mijn vader fietst altijd heel snel, hij haalt de hele tijd andere fietsers in.
tunel
start learning
de tunnel
In een bergachtig gebied kun je vaak via tunnels door de bergen heen rijden.
typowy
start learning
typisch
Bloemen en fietsen zijn typisch Nederlands.
plan
start learning
van plan zijn
Ali is van plan om binnenkort de badkamer op te knappen.
powodować
start learning
veroorzaken
De storm veroorzaakte veel schade aan huizen en auto’s.
Pieszy
start learning
de voetganger
Voor voetgangers is het zebrapad de veilidste manier om de straat over te steken.
priorytet
start learning
de voorrang
Als je in het verkeer van rechts komt, heb je meestal voorrang.

You must sign in to write a comment