5.5 Werkoverdracht (B1)

 0    20 flashcards    w464jhbkjf
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
przekazać
start learning
aangeven
De ziekte baby geeft aan dat hij pijn heeft. Hij huilt veel.
ustalić
start learning
bepalen
De dokter bepaalt de behandeling van de patiënt.
przez (przez)
start learning
door middel van (d.m.v.)
Je moet je voor de cursus opgeven door middel van dit formulier.
zauważ / zauważyłem to
start learning
opvallen / het viel me op dat
Ik was op vakantie in Spanje. Het viel me op dat veell winkels dicht zijn ’s middags.
psycholog
start learning
de psycholoog
De depressieve vrouw maakt een afspraak met een psycholoog.
mieć czas na
start learning
toekomen aan
Daan is vandaag niet aan alles toegekomen. Hij had geen tijd om boodschappen te doen.
w porównaniu z
start learning
vergeleken met
Vergeleken met gisteren is het vandaag mooi weer.
przeniesienie pracy (raport w pracy)
start learning
de werkoverdracht
De verpleegkundige schrijft in haar werkoverdracht belangrijke informatie over de patiënten voor haar collega’s.
(nie)szczegóły
start learning
(geen) bijzonderheden
Vandaag ging alles goed: er waren geen bijzonderheden.
blady
start learning
bleek
Mevrouw Mulder is ziek. Haar gezicht is bleek.
Nastrój
start learning
de bui
Noor is in een goede bui omdat ze vandaag jarig is.
dieta
start learning
het dieet
Thomas heeft een speciaal dieet. Hij moet minder zout eten.
oszołomiony
start learning
duizelig
Als mijn oma snel opstaat, voelt ze zich vaak duizelig.
szorstki
start learning
grof
Ali gebruikt veel onbeleefde woorden. Ik vind hem erg grof.
miej oko na
start learning
in de gaten houden
We moeten de temperatuur van meneer Li goed in de gaten houden, want die moet laag blijven.
współpracować
start learning
meewerken
Meneer Jansen werkte goed mee toen ik hem aankleedde. We waren snel klaar.
kopnij przeciw
start learning
schoppen tegen
Het meisje schopt tegen de bal met haar linkervoet.
polegać
start learning
steunen op
De man steunt op zijn wandelstok. Zijn been doet erg pijn.
potknac się o coś
start learning
struikelen over
Marisol struikelde over een stuk speelgoed maar viel gelukkig niet.
aż do
start learning
totdat
We zitten buiten totdat het donker wordt. Dan gaan we naar binnen.

You must sign in to write a comment